Andries Miedema

Willem Kloos: ‘Zooals daar ginds, aan stille blauwe lucht,’

logo.ensafh

II.

Zooals daar ginds, aan stille blauwe lucht,
Zilveren-zacht, de half-ontloken maan
Bloeit als een vreemde bloesem zonder vrucht,
Wier bleeke bladen aan de kim vergaan,

Zóó zag ik eens, in wonder-zoet genucht,
Uw half-verhulde beelt’nis voor mij staan, –
Dán, met een zachten glimlach en een zucht,
Voor mijn verwonderde oogen ondergaan.

Ik heb u lief, als droomen in den nacht,
Die, na een eind’loos heil van éénen stond,
Bij de eerste schemering voor immer vloôn:

Als morgen-rood en bleeke sterren-pracht,
Iets liefs, dat men verloor en niet meer vond,
Als alles, wat héél ver is en héél schoon.

Willem Kloos


 

II.… Lês fierder

Andries Miedema

Willem Kloos: ‘Ik droomde van een kálmen, bláuwen nacht:’

logo.ensafh

III

Ik droomde van een kálmen, bláuwen nacht:
De matte maan lag laag in mistig glimmen –
Maar hóóg scheen van de schemerende kimmen
Der klare starren wolkenlooze wacht.

Toen, tusschen maan en starren, rees Zij zacht –
Mij zoeter dan de Muze! – en scheen een schimme,
Wijl ‘k om haar hoofd als diademen klimmen
En dalen zag der sterren gouden pracht.

O liefste mijne! éer ik een gróete vond –
Ave Maria! ruischte ‘t door mijn ziele,
En heel mijn ziele ruischte u toe – éen zucht…

Totdat op eenmaal door de stille lucht
Al die millioenen gouden droppels vielen,
En ge als een heilige in die glorie stondt.… Lês fierder

Andries Miedema

Willem Kloos: ‘Ik denk altoos aan u, als aan die droomen,’

logo.ensafh

I.

Ik denk altoos aan u, als aan die droomen,
Waarin, een ganschen, langen zaalgen nacht,
Een nooit gezien gelaat ons tegenlacht,
Zóó onuitspreek’lijk lief, dat bij het doomen

Des bleeken uchtends, nog de tranen stroomen
Uit halfgelokene oogen, tot we ons zacht
En zwijgend heffen met de stille klacht,
Dat schoone droomen niet weerommekomen…

Want álles ligt in eeuw’gen slaap bevangen,
In de’ eeuw’gen nacht, waarop geen morgen daagt –

En héel dit leven is een wond’re, bange,
Ontzétbre dróom, dien eens de nacht weêr vaagt –

Maar in dien droom een droom, vol licht en zangen,
Mijn droom, zoo zoet begroet, zoo zacht beklaagd…

Willem Kloos

I.… Lês fierder